Vrouwen, Vrede en Veiligheid – Rapportage 2023

Vrouwen, Vrede en Veiligheid – Rapportage 2023

A+ A-

Oorlogen en gewapende conflicten kunnen een andere impact hebben op vrouwen en mannen en vrouwen en mannen nemen niet altijd op dezelfde manier deel aan conflicten. Hier wordt echter vaak geen rekening mee gehouden. Vrouwen voelen bovendien na het conflict de gevolgen vaak langer dan mannen. Ze worden immers niet of nauwelijks betrokken bij vredesbesprekingen en de voorbereiding van de wederopbouw. Op deze manier worden hun specifieke noden niet gehoord en wordt daar ook geen rekening mee gehouden.

Om deze situatie een halt toe te roepen, nam de VN-Veiligheidsraad op 31 oktober 2000 resolutie 1325 aan. Deze resolutie, getiteld ‘Vrouwen, Vrede en Veiligheid’, beoogt zowel de preventie van en bescherming tegen geweld op vrouwen en meisjes te bevorderen alsook de participatie van vrouwen in de besluitvorming op het gebied van vrede en veiligheid te verhogen. Om de concrete uitvoering van resolutie 1325 te bewerkstelligen, riep de VN-Veiligheidsraad in 2004 alle lidstaten op om rond dit thema een eigen Nationaal Actieplan (NAP) uit te werken. België heeft aan deze oproep gevolg gegeven door een eerste NAP 2009-2012, een tweede NAP 2013-2016 en een derde NAP 2017-2021 aan te nemen.

Op 25 februari 2022 werd het vierde NAP voor de periode 2022-2026 aan de Ministerraad voorgesteld. Het volgt dezelfde structuur als het voorgaande NAP, maar het werd geüpdatet om beter aan te sluiten bij evoluties sinds de aanname van het vorige NAP. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, dat de uitwerking van het plan overzien heeft, vervult een belangrijke coördinerende rol in de rapportering en monitoring van het plan.

Net zoals in het vorige NAP, voorziet het vierde NAP in een jaarlijkse rapportage die uiteenzet welke acties er tijdens het voorgaande jaar uitgevoerd zijn. Dit is zowel een instrument dat de betrokken departementen de mogelijkheid biedt hun eigen vorderingen te monitoren als een middel om de bevolking (in eerste instantie vertegenwoordigd door het Parlement en het maatschappelijke middenveld) te informeren over de voorziene en uitgevoerde acties.

De rapportage volgt de structuur van het NAP. Ze is onderverdeeld in dezelfde 6 doelstellingen en herneemt alle 110 actielijnen. Per actielijn wordt er voor de vermelde opvolgingsinstrumenten aangegeven welke acties er uitgevoerd zijn en dit per betrokken departement.