BAMRO

Libanon: Bezorgdheid uitbreiding vijandelijkheden in Midden-Oosten zal leiden tot mensenrechtencatastrofe

We maken ons ernstig zorgen over de toenemende vijandelijkheden in het Midden-Oosten en het potentieel ervan om de hele regio te overspoelen met een humanitaire en mensenrechtencatastrofe.

De vooruitzichten dat de situatie verder kan verslechteren met verschrikkelijke gevolgen voor de burgerbevolking, en dat de situatie zich snel kan uitbreiden om andere staten in de regio te verwikkelen, is reëel.

Nu het gewapend geweld tussen Israël en Hezbollah overkookt, zijn de gevolgen voor burgers al verschrikkelijk – en we vrezen dat een grootschalige grondinvasie van Israël in Libanon alleen maar tot meer lijden zou leiden.

Israëlische aanvallen in Libanon hebben naar verluidt alleen al in de afgelopen twee weken meer dan 1.000 mensen gedood. Honderdduizenden zijn ook ontheemd in Libanon, naast degenen die onlangs naar Syrië zijn gevlucht, en meer dan 60.000 zijn ontheemd in Israël sinds Hezbollah's escalatie van raketbeschietingen vanaf 8 oktober vorig jaar.

Zelfs vóór de meest recente escalatie medio september waren naar verluidt tienduizenden huizen in heel Libanon beschadigd of vernietigd door aanslagen. Medische voorzieningen zijn beschadigd en 10 procent van de gezondheidscentra in Libanon is gesloten. Eenenveertig medische hulpverleners zijn naar verluidt gedood en 111 gewond geraakt sinds oktober 2023, waarvan 14 alleen al in de afgelopen twee dagen. Vijfentwintig waterfaciliteiten zijn beschadigd, waardoor bijna 300.000 mensen zijn getroffen. Scholen en kinderdagverblijven zijn gesloten en zo'n 300 zijn omgebouwd tot opvangcentra. In het noorden van Israël en delen van de noordelijke bezette Westelijke Jordaanoever hebben sirenes geklonken en bewoners hebben de opdracht gekregen dicht bij schuilplaatsen te blijven, hun bewegingen te beperken en bijeenkomsten te vermijden.

De impact van de escalatie als gevolg van het Houthi-raketvuur vanuit Jemen op Israël en de Israëlische aanvallen als reactie daarop zijn ook zeer verontrustend.

Alle partijen bij deze conflicten moeten bij de uitvoering van vijandelijkheden een duidelijk onderscheid maken tussen militaire doelen en burgers en civiele objecten. Ze moeten alles doen wat ze kunnen om het leven van burgers, hun huizen en de infrastructuur die essentieel is voor hun dagelijks bestaan te beschermen, zoals duidelijk vereist door het internationaal humanitair recht.

Er zijn te veel onschuldige kinderen, vrouwen en mannen gedood en er is te veel verwoesting aangericht.

De Hoge Commissaris dringt er bij alle partijen op aan onderhandelingen voort te zetten om een einde te maken aan het huidige pad van vernieling en geweld, waarvan het einde niet in zicht is. Hij herinnert iedereen eraan ervoor te zorgen dat degenen die verantwoordelijk zijn voor schendingen van het internationaal humanitair recht die hebben plaatsgevonden of nog steeds aan de gang zijn, ter verantwoording worden geroepen, wie de daders ook mogen zijn, en dat gerechtigheid voor de slachtoffers wordt gewaarborgd.