10.12.1948  Universele Verklaring van de Rechten van de Mens

10.12.1948 Universele Verklaring van de Rechten van de Mens

A+ A-

 Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
 Op 10 december 1948 namen de 58 lidstaten die toen de Algemene Vergadering vormden de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aan in Parijs in het Palais de Chaillot (resolutie 217 A (III)).
 Om de goedkeuring ervan te herdenken, wordt elk jaar op 10 december de Dag van de Mensenrechten gevierd.

 Dit oprichtingsdocument - vertaald in meer dan 500 verschillende talen - blijft voor ons allemaal een inspiratiebron om de universele uitoefening van mensenrechten te promoten.

 Preambule
 Gezien het feit dat de erkenning van de inherente waardigheid van alle leden van de menselijke familie en van hun gelijke en onvervreemdbare rechten de basis vormt van vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld.

 overwegende dat de onwetendheid en minachting voor de mensenrechten hebben geleid tot daden van barbaarsheid die het geweten van de mensheid in opstand brengen en dat de komst van een wereld waar mensen vrij zullen zijn om te spreken en te geloven, bevrijd van terreur en ellende, is uitgeroepen tot de menselijke hoogste streven.

 Gezien het feit dat het essentieel is dat de mensenrechten worden beschermd door een rechtsstaat, zodat de mens niet als laatste redmiddel wordt gedwongen in opstand te komen tegen tirannie en onderdrukking.

 Aangezien het van essentieel belang is de ontwikkeling van vriendschappelijke betrekkingen tussen naties aan te moedigen.

 Overwegende dat de volkeren van de Verenigde Naties in het Handvest opnieuw hun vertrouwen hebben bevestigd in de fundamentele mensenrechten, in de waardigheid en waarde van de menselijke persoon, in de gelijke rechten van mannen en vrouwen, en dat zij hebben verklaard vastbesloten te zijn om sociale vooruitgang te bevorderen en om betere levensomstandigheden te scheppen in meer vrijheid.

 Overwegende dat de lidstaten zich ertoe hebben verbonden om, in samenwerking met de Verenigde Naties, de universele en daadwerkelijke eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden te waarborgen.

 Aangezien een gemeenschappelijke opvatting van deze rechten en vrijheden van het grootste belang is om deze verbintenis volledig na te komen.

 De Algemene Vergadering verkondigt deze Universele Verklaring van de Rechten van de Mens als het gemeenschappelijke ideaal dat door alle volkeren en naties moet worden bereikt, zodat alle individuen en alle organen van de samenleving, die deze Verklaring te allen tijde geest hebben, ernaar streven door middel van onderwijs en opvoeding respect te ontwikkelen voor deze rechten en vrijheden en om door middel van progressieve nationale en internationale maatregelen de universele en effectieve erkenning en toepassing te verzekeren, zowel onder de bevolking van de lidstaten zelf als onder die van de onder hun jurisdictie geplaatste gebieden.